CHUCK CLOSE

Op mijn wekelijkse weg van München (ik heb daar ruim vijf jaar gewerkt als consultant) naar mijn weekend in Maastricht op vrijdagmiddag stap ik over in het station Frankfurt. Meestal loop ik dan de boekwinkel binnen en kijk daar vooral naar boeken over filosofie en psychologie. Ik heb daar het boek Das Zeitalter der Erkenntnis: Erforschung des Unterbewussten in Kunst, Geist und Gehirn von der Wiener Moderne bis Heute, van neurowetenschapper Eric Kandel gekocht. In 2000 was hij Nobelprijswinaar voor medicijnen.
In het hoofdstuk Talent, Kreativität und die Entwicklung des Gehirns schrijft hij over de kunstenaar Chuck Close. Close is dyslectisch en hij is er, zoals zoveel mensen met dyslexie, van overtuigd, dat hij zijn creativiteit en zijn talenten aan deze verstoring te danken heeft. Chuck Close is niet alleen dyslectisch maar lijdt ook aan prosopagnosie, ofwel gezichtsblindheid. Close is niet instaat om individuele gezichten te onderscheiden. Dat bracht Chuck Close op het idee, dat hij wel gezichten zou herkennen, als hij het drie dimensionale beeld om zou zetten in een 2D-beeld. Hij haalt daarmee als het ware het perspectief eruit door het te vervlakken. Daarmee creëert hij zijn eigen perspectief.
Door deze ongebruikelijke maar geniale methode heeft Close zijn gezichtsblindheid in de greep kunnen krijgen. In feite is zijn kunstenaarschap terug te voeren op de onmogelijkheid om de wereld zo waar te nemen als andere mensen dat doen.

Hij vindt namelijk een totaal nieuwe manier van vastleggen van gezichten uit. Zijn schilderijen zijn werkelijk bijzonder. Close heeft in 2012 geëxposeerd in de Kunsthal te Rotterdam.
Naar aanleiding van de tentoonstelling verscheen een artikel van Liesbeth Jongkind over prof. Beatrice de Gelder, hoogleraar cognitieve neurowetenschap aan de Universiteit Tilburg, en prof. Raymond Veldhuis, hoogleraar biometrie aan de Universiteit Twente die de schilderijen van Close hadden geanalyseerd. Zij merkte het volgende op: 'Close creëert een gefragmenteerde kijkervaring waarbij alles even belangrijk is.’
Dat is interessant. Close benadert de werkelijkheid op een totaal andere manier dan bij de gebruikelijke manier van kijken. Wanneer de normale beschouwer 'inzoomt' , zoomt Close uit. Maar voor het vervaardigen van zijn schilderij gaat hij wel uit van een volledig 'ingezoomd' perspectief. Hij zoomt in om vervolgens een uitgezoomd perspectief te verkrijgen.
Deze vaardigheid van het in- en uitzoomen bezit ik ook. Het is de manier hoe ik ook naar de wereld kijk. Zelf heb ik ook het gevoel dat mijn manier van kijken verband houdt met mijn dyslexie. Volgens Eric Kandel  in hetzelfde boek– met een verwijzing naar Charles Gross and Marc Bornstein - heeft dyslexie niet alleen te maken met beperkte activiteit van de linker hersenhelft, maar ook met een meer dominanter rechter hersenhelft. Zo kwam Chuck Close tot zijn werk.

There are so many artists that are dyslexic or learning disabled, it's just phenomenal. There's also an unbelievably high proportion of artists who are left-handed, and a high correlation between left-handedness and learning disabilities.

Chuck Close